Inhoudsopgave
Catullus Biografie
InleidingZie ook: Agamemnon in De Odyssee: De dood van de vervloekte held |
In dit gedicht schrijft Catullus over een jacht dat ooit de beste van alle schepen was. Hij beschrijft haar als de vlootste en dat geen enkele andere boot haar snelheid kon evenaren met beide roeispanen of met zeilen. In regels zes tot en met negen schrijft Catullus over alle plaatsen waar het jacht geweest is, van de Adriatische Zee en Cycladen tot Rhodos. In regels 10 tot en met 12 herinnert hij zich dat het jacht ooit een boom was in debladerrijke bos die zou communiceren met de ritselende bladeren.
Zie ook: Dochter van Poseidon: Is ze net zo machtig als zijn vader?Catullus vervolgt de ode door te vertellen hoe bekend het jacht was, zelfs als een boom op de top van een berg. Daarna ging ze het water in en dompelde haar sprieten in de zeeën. Daarna werd ze geleid door de winden van Jupiter die beide zeilen tegelijk vulden. Catullus vertelt de lezers dat de zeelieden geen geloften aan de goden hoefden af te leggen omdat ze zo'n stevig schip was, dat ze zich nooit zorgen maakten...over het niet thuiskomen.
Nu is dit prachtige schip gepensioneerd en rust ze uit in haar vrije leven en wijdt ze zich aan de goden, in het bijzonder aan Castor en Pollux.
Deze prachtige ode is aan de oppervlakte opgedragen aan een schip dat leverde wat ze beloofde toen ze van kust naar kust voer. Maar, in de stijl van Catullus, zou het een ode kunnen zijn aan zijn vrouw, Lesbia. Zij was een vrouw die haar leven ten volle leefde en leverde wat ze beloofde. Dan, nadat ze versleten was, leefde ze haar leven, maar dan moest ze stoppen en met pensioen gaan, net als dit schip. Het zou niet wordenHij eert het schip zoals hij Lesbia eert, maar zij ging wel van man naar man (wal naar wal), ondanks alle liefde die Catullus voor haar had.
Carmen 4 |
Lijn | Latijnse tekst | Engelse vertaling |
---|---|---|
1 | PHASELVS ille, quem uidetis, hospites, | Het jacht dat jullie zien, mijn vrienden, |
2 | ait fuisse nauium celerrimus, | zegt dat ze ooit de vlotste van alle schepen was, |
3 | neque ullius natantis impetum trabis | en dat er nooit hout dreef waarvan de snelheid |
4 | nequisse praeterire, siue palmulis | ze niet kon passeren, of ze zou vliegen |
5 | opus foret uolare siue linteo. | met roeibladen of met canvas. |
6 | et hoc negat minacis Hadriatici | En dit (zegt ze) de kust van de winderige Adriatische Zee |
7 | negare litus insulasue Cycladas | niet ontkent, noch de Cycladeneilanden |
8 | Rhodumque nobilem horridamque Thraciam | en het beroemde Rhodos en het wilde Thracische |
9 | Propontida trucemue Ponticum sinum, | Propontis, noch de sombere kloof van Pontus, |
10 | ubi iste post phaselus antea fuit | waar zij, die later een jacht werd, vroeger |
11 | comata silua; nam Cytorio in iugo | een bladerrijk bos, want op de hoogte van Cytorus |
12 | loquente saepe sibilum edidit coma. | ze ritselde vaak met pratende bladeren. |
13 | Amastri Pontica et Cytore buxifer, | Pontische Amastris en Cytorus grieks met doos, |
14 | tibi haec fuisse et esse cognitissima | mijn galei zegt dat u dit allemaal wist en weet; |
15 | ait phaselus: ultima ex origine | zegt ze dat vanaf haar vroegste geboorte |
16 | tuo stetisse dicit in cacumine, | stond ze op uw top, |
17 | tuo imbuisse palmulas in aequore, | in uw water doopte voor het eerst haar sprieten, |
18 | et inde tot per impotentia freta | en vandaar over zoveel onstuimige zeeën |
19 | erum tulisse, laeua siue dextera | bracht haar eigenaar, of de bries van links of rechts |
20 | uocaret aura, siue utrumque Iuppiter | uitgenodigd, of Jove kwam van achteren |
21 | simul secundus incidisset in pedem; | op beide vellen tegelijk; |
22 | neque ulla uota litoralibus deis | en dat geen geloften aan de goden van de kust |
23 | sibi esse facta, cum ueniret a mari | werden door haar gemaakt de hele tijd dat ze voer vanaf de verste zee |
24 | nouissimo hunc ad usque limpidum lacum. | zelfs aan dit heldere meer. |
25 | sed haec prius fuere: nunc recondita | Maar deze dingen zijn voorbij en verdwenen; nu rust ze |
26 | senet quiete seque dedicat tibi, | op haar oude dag en gepensioneerde vrije tijd, en wijdt zich aan u, |
27 | edelsteen Castor en edelsteen Castoris. | tweeling Castor, en aan u, Castor's tweeling. |
Vorige Carmen
Bronnen |
VRoma Project: //www.vroma.org/~hwalker/VRomaCatullus/004.html