Inhoudsopgave
Catullus Biografie
Zie ook: Elektra - Sophocles - Samenvatting - Griekse Mythologie - Klassieke LiteratuurInleiding |
Catullus 14 is het equivalent van een rap-oorlog tussen oude dichters - zij het Catullus schrijft over Calvus, zijn vriend en collega-dichter, terwijl ze strijden om te zien wie het slechtste cadeau kan geven tijdens het festival van Saturnalia.
Catullus schrijft hoe opgewonden hij is voor Saturnalia, het Romeinse feest midden december Tijdens dit festival wisselden Romeinen geschenken uit, aten, dronken en feestten. Het festival begon als een enkele dag, maar groeide uiteindelijk uit tot een volledige week ter ere van Saturnus, de god van de landbouw. Catullus genoot duidelijk van dit festival, want hij noemde het de "beste dag". en hij vond het grappig dat Calvus hem een boek gaf vol gedichten van de slechtste dichters. Om wraak te nemen voor de vreselijke dichtbundel zal Catullus Calvus een cadeau geven gevuld met even slechte gedichten van "Caesii, Aquini, en Suffenus, en al dat soort giftig spul."
Het boek met slechte poëzie lijkt door een paar handen te zijn gegaan voordat het bij Catullus op Saturnalia terechtkwam Calvus kreeg het van een schoolmeester genaamd Sulla. Dit is misschien een van de eerste gevallen van schenkingen. Catullus toont wel enig gebrek aan respect voor Sulla door hem een schoolmeester te noemen, wat verwant is aan een leraar op een basisschool. Hoewel dit tegenwoordig een respectabele baan is, werd het in het oude Rome als een belediging beschouwd. Calvus en Catullus hebben een vriendschap vol plezier en brutaliteit.
Catullus noemt zijn vriend Calvus in andere gedichten. Hij was een advocaat die ooit Vatinius vervolgde, een publieke man die een bondgenoot van Caesar was. Catullus en Calvus hebben allebei een grondige hekel aan Caesar en Pompeius. In gedicht 53 schrijft Catullus over de rechtszaak en hoe Calvus Vatinius beschreef als een pop. In 14 grapt Catullus dat hij Calvus net zo haat als zij beiden Vatinius haten Zo slecht was de dichtbundel!
Zie ook: Waarom begroef Antigone haar broer?Om Calvus terug te pakken voor de slechte poëzie, dreigt Catullus naar de boekhandel te gaan om alle boeken met slechte poëzie te kopen. Dat zijn onder andere de werken van dichters die hij in andere gedichten heeft bespot. In 22, verscheurt Catullus de poëzie van Suffenus. Hij vermeldt dat hij meer dan 10.000 verzen heeft geschreven, maar ze zijn niet beter dan wat een greppelgraver of geitenhoeder zou schrijven. Dit zijn ongeschoolde carrières en aanOp deze manier naar Suffenus verwijzen was een echte belediging voor zijn intelligentie.
Het is niet duidelijk wie Caesii is, maar de dubbel-i maakt de naam een verkleinwoord van Caesar. Omdat Catullus en Calvus allebei een hekel hadden aan Caesar, zou het noemen van Caesii een belediging kunnen zijn voor de leider van Rome. Aquini was ook onbekend, maar moet een schrijver zijn geweest die gedichten schreef die niet prettig waren om te lezen.
De toon van het gedicht is joviaal Lezers kunnen Catullus bijna horen lachen terwijl hij zijn dwaze wraak beraamt op zijn dierbare vriend.
Carmen 14 |
Lijn | Latijnse tekst | Engelse vertaling |
---|---|---|
1 | NI te plus oculis meis amarem, | Als ik niet meer van jou hield dan van mijn eigen ogen, |
2 | Calue heerlijk, munere isto | mijn liefste Calvus, zou ik je haten, |
3 | odissem te odio Vatiniano: | zoals we allemaal Vatinius haten, vanwege deze gave van jou; |
4 | nam quid feci ego quidue sum locutus, | voor wat heb ik, of wat heb ik gezegd, |
5 | cur me tot male perderes poetis? | dat u mij met al deze dichters in het verderf stort? |
6 | isti di mala multa dent clienti, | Mogen de goden al hun plagen over die klant van jou uitstorten |
7 | qui tantum tibi misit impiorum. | die jullie zo'n groep zondaars heeft gestuurd. |
8 | quod si, ut suspicor, hoc nouum ac repertum | Maar als, zoals ik vermoed, dit nieuwe en uitgelezen heden |
9 | munus dat tibi Sulla litterator, | is je gegeven door Sulla de schoolmeester, |
10 | non est mi male, sed bene ac beate, | dan ben ik niet geërgerd, maar gelukkig, |
11 | quod non dispereunt tui labores. | omdat je werk niet verloren gaat. |
12 | di magni, horribilem et sacrum libellum! | Grote goden, wat een vervloekt boek! |
13 | quem tu scilicet ad tuum Catullum | En dit was het boek dat je Catullus stuurde, |
14 | misti, continuo ut die periret, | om hem meteen te doden op de dag zelf |
15 | Saturnalibus, optimo dierum! | van de Saturnalia, beste der dagen. |
16 | non non hoc tibi, vals, sic abibit. | Nee, nee, schurk, zo zal het voor jou niet eindigen. |
17 | nam si luxerit ad librariorum | Laat de ochtend maar komen, dan ga ik naar de boekhandel, |
18 | curram scrinia, Caesios, Aquinos, | veeg Caesii, Aquini samen, |
19 | Suffenum, omnia colligam uenena. | Suffenus, en al dat soort giftig spul, |
20 | ac te zijn suppliciis remunerabor. | En met deze boetes zal ik je geschenk terugbetalen. |
21 | uos hinc interea ualete abite | Jullie dichters, ondertussen, vaarwel, weg met jullie, |
22 | illuc, unde malum pedem attulistis, | terug naar die zieke plek waar je je vervloekte voeten vandaan bracht, |
23 | saecli incommoda, pessimi poetae. | jullie lasten van onze tijd, jullie slechtste dichters. |
24 | SI qui forte mearum ineptiarum | O mijn lezers - als er zijn die willen lezen |
25 | lectores eritis manusque uestras | mijn onzin, en niet krimpen |
26 | non horrebitis admouere nobis, | mij niet aanraken met hun handen |
Vorige Carmen
Bronnen |
VRoma Project: //www.vroma.org/~hwalker/VRomaCatullus/014.htm